Engeland, juli 2010, nog dagenlang na de verloren finale put ik mij ten overstaan van willekeurige Britten uit in verontschuldigingen over het grove spel van Oranje. De kranten koppen met “Night of Shame” en “Spain beats brutal Dutch”. Vooral de Sun is vernietigend – maar die krant kent geen nuances tussen modder en wierook – en vooral Van Marwijk (cynical tactics), Van Bommel (butcher) en De Jong (karakte kid) moeten het ontgelden. Vreemd, ik heb dezelfde wedstrijd gezien, ik zag Nederland knokken tegen een team dat technisch veel vaardiger was, maar dat het niet af kon maken. Mijn zoontje moest huilen na de goal van Iniesta. Een trauma in de maak. Ik had verwacht steun te krijgen van de Engelsen in de lokale pub: een in het oranje geklede familie die voetbal komt kijken, die lui geef je toch een pint en een ferme klap op de schouder? Niks ervan, al die uitgezakte vetkleppen met verbleekte tattoos hadden hun geld op Spanje gezet, letterlijk, want wedden is hun enige passie. Een stuk of drie hadden vijf tegen één op Oranje gegokt, maar die verloren vijftig pond, dus op enig mededogen hoefden we niet te rekenen, laat staan op gratis bier. Dagen later grapt The Times over een golfspeler die geheel smakeloos in het oranje op de British Open verscheen, “a walking traffic cone, the only way you could be sure he wasn’t a Dutch football player was because he didn’t kick is opponent every five minutes.” Diezelfde dag verontschuldig ik mij nog eenmaal, tegenover een pubhouder in Exeter die oprecht verdrietig is over de teloorgang van het ‘totaalvoetbal’.
Een week later: eindelijk een nuancering, van oud-international Gary Neville. Hij schrijft in een column dat Holland geprezen moet worden om zijn strijdlust, dat Engeland daar nog een puntje aan kan zuigen. Er valt een last van mijn schouders. Ik vertik het mij nog langer te schamen ter wille van die luie Britten: say it loud, I’m orange and I’m proud.
Ruim een week na de finale is alles als vanouds, en zijn het de Britten gewoon weer die zich verontschuldigen. Voor het weer.