Ik wil het even over Fanny hebben, maar ik
moet voorzichtig zijn, daarom verander ik wat dingen. Haar naam bijvoorbeeld.
Fanny is half Amerikaans, half Indisch, en er is iets aan haar dat je doet
vermoeden dat er nog een derde helft is. Op zijn minst. Misschien is het wel
het slimste kind dat ik ooit lesgegeven heb, en het meest bescheiden.
Teruggetrokken is ze niet, ze lacht veel, vraagt dingen, is afwachtend zonder
passief te zijn. Ach, ik ben dol op Fanny. Dat is niet omdat ik een voorliefde
heb voor slimme braveriken – oké, ik kom graag voor ze op, maar aan de andere kant is het vaak
onmogelijk tot ze door te dringen. Dit geldt ook een beetje voor Fanny. Maar
dat hindert niet, ik vind het mooi om te zien hoe zij zachtmoedigheid aan een
ijzeren wilskracht koppelt.
Er is echter één probleem.
Fanny lijdt aan anorexia.
Ze loopt al twee jaar klinieken in en uit. Ze mag
nu weer naar school, maar de situatie blijft – ja, de artsen zeggen het – heel ernstig.
Ze wil gewoon zijn, ze wil met gezonde
leeftijdgenoten omgaan. Boven alles wil ze leren. Ze houdt van
leren. Alleen, de hoogste cijfers zijn nog niet goed genoeg. In ieder klein
foutje ziet zij een brevet van onvermogen. Ze kan niet voldoen aan haar eigen torenhoge
eisen. Haar onvrede heeft zich op haar lichaam gericht, omdat dat makkelijker
te straffen is dan een stel hersens. Zoiets moet het zijn, men zegt het, en ik
kan het geloven als ik haar zie.
Onlangs kwam ze met een zelfgemaakte informatiebrochure
over eetstoornissen, bedoeld voor leeftijdgenoten. Haar eigen ziekte, uitgelegd
aan anderen. Een koel geschreven waarschuwing vanuit de hel, die juist door de
zakelijke toon ontroerde.
Ik vind het moeilijk, de hele tijd wil ik haar
influisteren dat ze het goed doet, dat een zes of een zeven ook prima kan zijn,
zeker als je de helft van de lessen hebt moeten missen vanwege
ziekenhuisafspraken, soms zeg ik het ook tegen haar, dan lacht ze vriendelijk.
Soms zeg ik tegen de hele klas dat een zesje mooi kan zijn, dat er belangrijker
dingen zijn dan cijfers, want dan ziet Fanny dat ik mijn mening niet aanpas aan
haar. Dat het universeel is. Dat vind ik ook echt, alleen weet ik niet of ik
geloofwaardig ben. Het huidige onderwijsbeleid heeft zich immers gericht op excellentie,
cijfers, opbrengst, enzovoort. We kennen de riedel inmiddels. Be smart or be damned is de impliciete boodschap
die leerlingen er feilloos uithalen.
Fanny moet iedere dag knokken, tegen haar
demonen, en tegen de riedel waarop die demonen dansen.