donderdag 25 september 2014

Tango met telefoon (column Trouw 24 sep)

Hoera! We gaan vandaag aan kunst doen. De hele dag zijn er workshops, voorstellingen en concerten op mooie locaties in de stad, voor alle vierdeklassers uit Leiden en omstreken. Het is de leukste dag van het jaar. Of de verschrikkelijkste. Je weet nooit hoe het uitpakt.

Ik begin vandaag met kleien. Kleien is altijd goed om mee te beginnen. Na een uurtje kleien is het makkelijker om een uurtje stil te zitten in de Schouwburg. De omschrijving van de workshop is wel een beetje griezelig: “Samen, in groepjes van tien, ga je een droomwereld kleien.” Binnen drie minuten hebben alle jongens een penis gekleid. Tien minuten later zijn het borsten geworden, daarna wordt de droomwereld gelukkig abstracter van aard. Na afloop staat er een kunstwerk dat nog het meest weg heeft van een ontplofte bruidstaart. De leidster vindt het, tot verbazing van de kinderen, ‘prachtig’ en ‘boeiend’ en vertelt ook waarom. Ik controleer ondertussen het plafond en de verwarming op achtergebleven stukjes klei.

Dan gaan we naar een tango-band luisteren in de popzaal. De band speelt erg goed, iedereen is stil, alleen een paar knapen achterin zitten te donderjagen. Ze zijn niet van onze school, maar dat maakt geen verschil. Ik haal een van de knullen uit zijn stoel, verwijs hem naar een plek vooraan en ga zelf tussen de twee andere raddraaiers in zitten. Zo. Drie kwaaie koppen op een rij die luisteren naar een tango-band. ‘Nu spelen we een Nocturne’ zegt de violiste van de band. ‘Die ken ik!’ roept iemand. Naast me zit mijn nieuwe vriend inmiddels een spelletje op zijn telefoon te doen. Maar hij is stil, meer kan ik niet doen. ‘Ten slotte spelen we een walsje,’ zegt de violiste, ‘terwijl jullie rustig weggaan.’ Binnen een minuut is de zaal leeg. Vrijheid, daar kan geen walsje tegenop, en ook geen tango.

Aan het einde van de dag zien we in de Schouwburg een gedurfde voorstelling van twee jonge acteurs die een ogenschijnlijk hechte vriendschap tussen een Arabier en een Jood langzaam laten ontsporen. Ze lopen over het toneel in een broek met drie pijpen. Goed gedaan, actueel, geestig. Alleen duurt het te lang. Het spel zakt in, en de aandacht van het volk om mij heen ook. Twee rijen voor me zit een knul met een telefoon aan zijn oor. Hij is ook niet van mijn school, maar na het lauwe applaus grijp ik hem toch beet. ‘Ben je besodemieterd!’ weet ik uit te brengen. ‘Sorry meneer,’ zegt hij doodkalm. ‘Mijn moeder belde, ik zei nog dat ze moest ophangen.’

Bij de uitgang van de Schouwburg staat een meisje. Ze kijkt op haar plattegrond, en dan naar mij.
‘Meneer?’ vraagt ze. ‘Moet ik hier kleien?’


trailer "Een Onbarmhartig Pad"