Leraar van het jaar 2010 is een vrouw die al dertig jaar werkt op een vmbo-school in Amsterdam. Dit is schitterend, en zeer terecht. Ik denk nog vaak terug aan mijn eerste baantje in het onderwijs, op de agrarische school in Den Haag. Ik geloof zelfs dat alle nachtmerries die mij plagen zijn terug te voeren op gebeurtenissen uit dat jaar.
Ik herinner mij Theo, uit 2A. Hij weigerde de eerste les een paar woorden van het bord over te schrijven. Ik zei “ik kijk straks in je schrift, en dan staat het er”. “Maar hij kan niet lezen en schrijven” riepen medeleerlingen verontwaardigd. Hoe ik zo harteloos kon zijn! Halverwege het jaar was Theo van school verdwenen. Ik had hem toen net zo ver dat hij zijn basketbal aan de deur bij mij inleverde.
Denny uit 2B, daar moest je voor uitkijken. Je mocht hem er wel uitsturen, maar dan moest je niks onvriendelijks zeggen. Vorig jaar was zijn voltallige familie uit het woonwagenkamp uitgerukt om de docentenkamer kort en klein te slaan. De directeur voelt aan zijn bril als hij dat vertelt. Die werd van zijn neus geslagen.
Nog iets erger was Michel (2B). Als je die jongen in de ogen keek werd het koud om je hart. Hij had geen familie om voor hem op te komen, hij moest het zelf doen. Met zijn vrienden. Foute vrienden die hem op school stiekem neo-nazi propaganda lieten kopiëren.
Dan waren er nog boeven zoals Roy (2A), die – anders dan de onbereikbare jongens Theo en Michel - serieus geïnteresseerd waren in mijn Ondergang. Op een kwade dag stond hij buiten met een keyboard. Mijn keyboard. Hij gluurde naar binnen, hield het ding triomfantelijk omhoog toen hij zag dat ik hem zag. Niet het welzijn van het keyboard stond op het spel, maar het mijne. En het zijne.
Dat is wat kinderen doen, ze zetten alles op het spel, hun ziel en zaligheid, om opgemerkt te worden. Ze hopen op waardering, van iemand die zij zelf waarderen. Een slappe zak die ze laat wegkomen met streken zoals naar buiten lopen met een keyboard, daar hoeven ze niks van. Roy had ik aan het einde van het jaar zover dat hij tijdens de les bleef zitten, bijvoorbeeld om een potje te kaarten met Theo, terwijl ik liedjes zong met een paar kinderen die dat wel leuk vonden. Het was niet veel, om de dooie donder niet veel.
Juf Coenen, leraar van het jaar, gaat naar de kapper tijdens een studiedag over competentiegericht leren. Ze preekt hel en verdoemenis als een leerling zijn huiswerk niet heeft. Ze schopte een rel in Polen, toen ze met een bus zwarte kinderen bij de grens werd tegengehouden. Ze weet wat er leeft in laagopgeleid Nederland, daar waar de aanhangers en de beoogde slachtoffers van Wilders elkaar treffen. Ik ben al lang weg daar, al lang, en ik kom niet meer terug. Zij die blijven, God bless them.