Nog even en
alles hier is leeg. Heerlijk. Een leeg schoolgebouw nodigt uit tot reflectie. Pas
in de leegte die de kinderen achterlaten ontvouwt zich de ruimte om van ze te
houden. Ineens vind ik ze allemaal reuzeleuk, want ze zijn weg.
Welke kinderen
zullen mij bijblijven? Aan wie van hen zal ik mij dit jaar blijven herinneren? Aan Isaura?
In de schoolmusical Chicago speelde deze 13-jarige een Hongaarse moordenares
die niets anders zegt dan ‘Unskuldig!’ en aan het einde wordt opgehangen aan
een lichtgevend touw. In mijn klas zingt ze fantastisch en op de talentenshow deed
ze een moderne danssolo. Ze leek twintig. Iemand vertelde me dat ze ook
uitstekend kan biljarten, beter nog dan de elfjarige Olya die in klederdracht
het Russische volksliedje ‘Gul’ ayu ya’ (Ik ben mooi, maar lui’) zong.
Ach, al dat
talent. Soms wordt de schittering me teveel. Mijn sympathie gaat gewoonlijk uit
naar de ploeteraars, zoals Maarten, onze lieve gothic. ‘Deze is voor oma’ hoor
ik hem nog zeggen in de microfoon, voor een volle zaal. Daarna begon hij te grunten
en op zijn gitaar te hengsten. Bij de uitgang vroeg ik oma wat ze ervan vond. ‘Heel
goed,’ zei het oude dametje. ‘Ik houd wel van een beetje stevig.’
Mijn besluit
staat vast. Dit was het jaar is van Mark uit Katwijk. Mark zit in 4 havo en heeft
ADHD in de meest stormachtige vorm. De eerste les begon hij bij binnenkomst ongevraagd
het irritante deuntje van ‘Levels’ te spelen, met één vinger op een keyboard. ‘Muziek
is mijn leven!’ kraaide hij. ‘Mag ik naar de WC?’ Een half jaar later speelde
hij nog steeds ‘Levels’, inmiddels met drie vingers. Een maand geleden duwde
hij mij vier vellen bladmuziek onder de neus: De filmmuziek van Les
Intouchables. ‘Dit ga ik spelen op de muziekavond,’ zei hij. Het papier zag
zwart van de zestiende noten. ‘Mooi‘ zei ik. Faal, dacht ik.
Maar Mark uit
Katwijk ging aan de slag. Maat voor maat leerde hij uit zijn hoofd, in een
Katwijkse kerk, want thuis hadden ze geen piano. Toen kwam de uitvoering – een
wonderbaarlijk moment: Hij speelde feilloos, met gevoel, en vol nuance. Allemaal
woorden die in het geheel niet op Mark van toepassing lijken, maar zo was het. Tijdens
het spelen zag hij kans even in het rond te kijken. ‘Ha, zie je wel,’ zei zijn
blik. ‘Ik speel dit gewoon, dudes.’ Hij
oogstte het grootste applaus van de avond.
Nu moet Mark van
school, hij heeft allemaal onvoldoendes, behalve voor muziek. Na de vakantie,
als de school weer volloopt, zal hij toch een beetje leger zijn, want Mark uit
Katwijk is er niet. Desondanks verklaar ik dit zijn jaar. Daar ga je Mark.