Ik zat de schoolexamens van 5 havo na te kijken. Het
onderwerp was muziekgeschiedenis. In de uitwerkingen werk van een aardige jongen trof ik deze zin aan:“mensen
hielden van drama in de Romantiek, bijvoorbeeld achter een meid aanzitten, maar
ze blijkt dood te zijn.”
Ik vond het een raadselachtige zin. Ik hoefde er niet om te
lachen, en ik werd niet boos. Wel begon ik te zweten. Het is immers nog drie
weken tot de examens. En van wie had die jongen dit? Van mij? Het gevaar dat je
uit je nek kletst tijdens een les is altijd levensgroot aanwezig. Iedere docent
moet eigenlijk een rode lamp om zijn nek hangen, die gaat knipperen en zwaaien als
hij of zij te lang staat te orakelen, of lariekoek verkoopt. Gezwets van
leraren kan desastreuze gevolgen hebben, omdat de leerlingen die wakker zijn
gebleven de anekdotes misschien wel onthouden, maar nooit weten wat ze ermee
moeten.
Ik probeerde te achterhalen waar hij het vandaan had gehaald,
die dode meid. Ja, ik had verteld van Schubert en zijn SOA, Chopins tuberculose,
Schumanns waanzin, Wagners Tristan und
Isolde, van lijden en ‘Sehnsucht’, de grenzen van tonale muziek,
Schoenberg. Je vertelt aardige anekdotes, maakt ingewikkelde dingen eenvoudig,
en de leerlingen maken die vereenvoudigingen nog simpeler. ‘Atonale muziek was niet populair onder het volk.’ Het is een
bewering die men niet kan ontkennen. Maar heb ik het zo gezegd?
Ook de jazz kwam aan bod, de opkomst van de Big Bands. “Swing ontstond om de boel gezelliger te
maken. De beurskrach was net ingestort, dus de mensen gingen naar cafés.”
Toch maar een puntje, ik kan toch niet verwachten dat ze ook verstand van
economie hebben? Een andere leerling komt met een troostrijk inzicht:
“De Afrikanen werden
gered door de jazzmuziek, althans zo zie ik het”
Er zijn genoeg antwoorden die juist zijn, to-the-point en correct
gespeld - maar evengoed zijn ze versimpeld. De muziekhistorie wordt afgeschminkt.
Wat rest is een kruiwagen clichés.
En ik denk: jullie kunnen het niet helpen.
Misschien moet ik het niet zo somber inzien. Misschien had
die jongen het niet goed geleerd, misschien was hij in tijdnood en schreef hij
maar wat woorden achter elkaar die hem invielen. Misschien is het, kortom,
gewoon zijn eigen schuld. Toch ben ik bang. De snipper muziekgeschiedenis die
ik mag doceren, het is soms alsof je, eh, achter een meid aanzit die misschien
wel dood is. Soms denk ik: Liever helemaal geen geschiedenis dan een
geschiedenis die bestaat uit kinderlijke simplismen. Want als zelfs die zijn
vergeten, zal één boodschap
blijven hangen. Daar ben ik bang voor, want het is een gevaarlijke boodschap: Simpel
is goed.