Vlnr: Ed, Adri |
De school is sinds vorig jaar rookvrij, inclusief de
pleinen en het sportveld. De elektrische sigaret van de rector en een enkel
mislukt experiment bij scheikunde daargelaten zal je geen zacht kringelende damp meer aantreffen in en om het gebouw. Erg bijzonder is dit nu ook weer
niet, want de meerderheid van de scholen is de afgelopen jaren rookvrij
geworden. Het is immers, eh, de tijdgeest.
“Kinderen moeten leren dat niet-roken de norm
is” volgens de directeur van het Longfonds. Dat
zijn wij natuurlijk allemaal met hem eens. De kinderen die graag afwijken van
de norm roken hun peuken nu leunend tegen het hek van het schoolplein, maar dan
vanaf de buitenkant.
De grote verliezers zijn de verstokte rokers onder de
leraren. Ook onze eigen patio, het teachers
only plein, is rookvrij. De officiële rokersruimte is nu een hokje van twee
bij twee, in de kelder onder het toneel, eigenlijk een inbouwkast waar vroeger
theaterlampen opgeslagen werden.
Ik kom daar nooit, want het is er niet te
harden, maar ik zie kantinedames Coby en Jannie regelmatig afdalen naar de
kelder, net als coördinator bovenbouw Ed en Adri van Natuurkunde. Adri is nog
van de tijd dat leraren en leerlingen gezellig samen rookten in de klas. Dat
was in de jaren zeventig. ‘Adri, mag ik een vuurtje’ vroegen de brugklassers
dan aan hem.
Met rokende leerlingen heb ik niets, ik vind het bijna
altijd aanstellers. De ergste rokende leerlingen zijn de rokende leerlingen die
net 'gestopt' zijn, en die iedereen snakkend naar adem en hunkerend naar
bewondering vertellen hoeveel dagen ze al niet gerookt hebben. Een dag later
zijn ze weer begonnen, ‘omdat het écht te zwaar was.’ Die paffende pubers waren
me een doorn in het oog, de bewijsdrift en groepsdwang wolkte boven hun hoofden
en woei uit over het hele plein. Liever één stiekeme blower in de bosjes dan tien
wijsneuzen op het plein die opzichtig een wereldwijze houding oefenen met een
filtersigaret.
Maar rokende collega’s, dat is een ander verhaal. Rokende
leraren geven blijk van een sympathieke vorm van karakterzwakte. Het is erg belangrijk
dat leraren soms blijk geven van karakterzwakte, door het proefwerk te
verplaatsen, een punt hoger te geven, of helemaal niet door te laten gaan, door
voor een keer spiekbriefjes te gedogen of een keer wat lawaai toe te staan. Ik
denk dat rokende leraren rekkelijker zijn. Ze weten de boel een beetje leefbaar
te houden, omdat ze weten dat ze zelf zwak zijn. Daarom moet er op de patio een
mooie rookpaal komen, een monument voor de rekkelijkheid, voor Adri, Ed en de
anderen. Het zijn er nog maar een handjevol, die moeten we koesteren.
Ik ben een roker in het diepst van mijn gedachten.