Mijn
mentorleerlingen zitten weer eens gebogen boven een proefwerk, en ik ben de
surveillant. Ik staar afwezig naar ze, mijn gezicht blauw uitgelicht door het
scherm van mijn laptop. Ze maken een proefwerk voor gym. Ik herhaal dit, zodat
u weet dat het er echt staat: ze maken een proefwerk voor gym. ‘Physical
Education’, zo heet gym op de internationale school. Het proefwerk heeft zes
pagina’s en vijfentwintig vragen.
De eerste vraag
is meteen raak. Voor één punt: ‘Welke drie commando’s worden gegeven aan de
start van de sprint (door de man met het pistool)?’ Ik heb geen idee. ‘Hands up’?
Ik spiek bij Stella, die vooraan zit. Het is ‘Ready, Set, Go.’ Vraag twee: wat
is het ‘dode punt’ van de ringen? Als ik aan die ringen denk, en aan vroeger,
zie ik mezelf als dood punt. Ze moeten ook hun VO2-max berekenen en het FITT-principe
uitleggen.
De gymdocenten
zelf zijn eigenlijk geen voorstanders van die toetsen, maar ze legden mij uit
dat ook hun resultaten meetbaar moeten zijn op verschillende criteria. Ik snap
het, het is modern, maar het heeft iets treurigs. Gym, het enige schoolvak – met
muziek misschien – waarbij er niet aan het feit voorbij wordt gegaan dat je ook
een lichaam hebt. Voor het overige gebruikt een schoolkind zijn lichaam om zijn
hoofd van het ene naar het andere klaslokaal te vervoeren.
Nu, op dit
moment, terwijl ik de schijn wek de leerlingen in de gaten houdt tijdens de gymnastiektoets,
maakt mijn dochtertje in groep 6 de citotoets woordenschat. Ze heeft er twee
weken van toetsen opzitten, maar nu komt het erop aan. Ze weet dat woordenschat
niet haar sterke punt is, en hoopt vurig dat ze dit jaar bij de beste veertig
procent zit. Als je daaronder komt wordt een Vwo-advies lastig, zegt ze. De
druk wordt vanaf groep 3 stap voor stap opgevoerd.
Meten is weten, niemand
lijkt dat meer te betwisten, en meten moet je steeds opnieuw. Het
zelfvertrouwen van de school, de gemoedsrust van de ouders, of de plaats op allerlei
ranglijsten zullen er wel mee gediend zijn. Kinderen zijn dat in ieder geval
niet. Meten is helemaal niet weten, als je het mij vraagt, in ieder geval niet in
het onderwijs. Meten is meten. Meer niet. En al die tijd hebben we het
belangrijkste uit het oog verloren: Onderwijs is de manier waarop we het
verlangen naar een betere wereld vormgeven.
Na een half
uurtje is Majid klaar met de toets. Majid kan lekker voetballen, hij speelt in
de B1 van ADO den Haag. Hij heeft meer dan de helft van de vragen niet
ingevuld. Nu ja, dan weet hij in ieder geval wat hij niet weet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten