We hadden het over Raymond Carver en de kunst van het weglaten. Hoe een oud verhaal beter werd door driekwart weg te snijden! Schitterend, maar er is iets dat mij niet lekker zit. Ik word een beetje narrig van iedere week dezelfde preek. Over dat het korter moet en kaler, en dat je je darlings bij de vuilnis met zetten. Het eindigt met Gods zegen en dat je amen lispelt, maar er blijft iets knagen. Wij willen graag het goede doen, maar het kwade niet opgeven.
Moet het altijd spaarzaam? Mag het af en toe niet met zo’n lekkere omhaal van woorden? Ik stuitte op een passage in het Carvers verhaal Cathedral. Hij zegt daar een keer of zeven hetzelfde, een korte riedel, steeds net anders. Het gaat over eten, zeg maar gerust: schrokken. Er is ook iets dat hij niet zegt, en dat dringt zich steeds meer op naarmate hij dat over het eten herhaalt.
“We kregen een nacht een blinde te logeren, een oude vriend van mijn vrouw.”
Dat is de eerste zin.
De blinde blijft ook eten, dat spreekt. De ‘ik’ weet zich geen raad met de indringer. Dan volgt deze passage:
“We vielen aan. We aten alles op wat er aan eten op tafel stond. We aten alsof er geen volgende dag was. We praatten niet. Eten deden we. We schransden. We graasden de tafel kaal. Dit was menens, dit eten. De blinde wist zijn gerechten meteen te vinden, hij wist precies waar alles lag op zijn bord.”
Ik heb hardop gelachen bij dit fragment, ik vind het onwaarschijnlijk grappig. Al het wantrouwen aan die eettafel, je hoeft het er verder niet meer over te hebben. Wie zich recht in de leer waant zou toch zeker vier of vijf herhalingen doorhalen, en zodoende de humor eruit ranselen. Anders gezegd: mag het zo nu en dan een onsje meer zijn? Ja, dat mag! Vraag het maar aan de geest van Vinkenoog. Kijk na afloop of het ergens op slaat, of het je tekst krachtiger maakt, of het een doel dient dat je eerder nog niet zag.
Op het einde van het verhaal zit de 'ik onder leiding van de blinde met zijn ogen dicht een kathedraal te tekenen. Hij besluit ze voorlopig niet meer te openen, die ogen. “Ik vond het iets wat ik behoorde te doen”.
Vind vooral blind je eigen weg.
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat het een kwestie van (af)tasten blijft.
Zoek labradors om je te leiden en het komt allemaal goed.
Carver is echt goed. Maar er zijn er meer (en die zijn dan weer bloemiger).
Leuk he?
Soberheid is ook maar een kwestie van smaak, geen gebod of wet. Tiepies Nederlands ook: kijk mij eens onderkoeld en zuinig zijn, duidelijk Literatuur, zie je wel? Schoolmeesterachtig, niet-boven-het-maaiveld-uitstekerig. Brrr.
BeantwoordenVerwijderenKijk uit naar deel 4!
BeantwoordenVerwijderen