Ik zit op een laag stoeltje dat is bekleed met rugpijn en ik trek de haren uit mijn hoofd, met een pincet. De grijze haren. Een mens is immers op de eerste plaats ijdel, dat weet u ook best. Een ijdeltuit die zich verveelt. Zeker op een camping.
Vanuit de tent komt herrie. De herrie zwelt aan. Mijn dochter roept mij. Of ik kan regelen dat zij nu eens met de blauw mag. Haar broer zit de hele tijd al met de blauw. Ze is vijf.
“Jongens, omstebeurt met de blauw” zeg ik.
“Ik heb gewoon veel lucht. Dus.” zegt de jongen.
Tegenover ons staat een De Waard tent aan de grond genageld met honderdtachtig haringen, in perfecte snit, en voor die tent zit een kerel van veertig de ganse dag zijn lange blonde haren te kammen. Hij heeft geen kinderen, wel een vriendin die keurig doet wat hij zegt, die niet zeurt en die ’s nachts gilt als ze klaarkomt.
Uit mijn tent komt een huil.
“OmsteBEURT zegt papa!” roept mijn dochter door haar eigen gejank heen.
Ik trek een donkere haar mee, dat doe ik soms per ongeluk, maar de meeste zijn griezelig wit, en ik ben griezelig ijdel en ik heb een handspiegeltje. En een pincet. Had ik dat al gezegd? De achterkant, daar kan ik niet bij. Dat moet een ander doen. Maar mijn zelfrespect is nog niet zo ver afgebrokkeld dat ik zoiets ga vragen.
Ik kijk langs het spiegeltje, ik zie dat de blonde campingkoning onze kant op kijkt terwijl hij zijn klitten uitkamt. Het huilen wordt harder. Mijn zoon doet mee.
“Stil eens! Jullie mogen haren uit papa zijn hoofd trekken, met een pincet, omstebeurt. Maar alleen de grijze. Aan de achterkant.”
Het huilen stopt.
“Ik mag eerst” roept de vijfjarige.
“Ja hooor, jij wilt altijd eerst!”
“Nietus”
Ik wil dit niet, ik wil niet dat de campingviking lucht krijgt van mijn problemen.
“Omstebeurt eerst” zeg ik, “Jij had het eerst de blauw dus Emma mag eerst haren trekken”
Vijf minuten later ligt er een twintigtal haren in de wasteil, het zijn allemaal donkerbruine. Daar komen glimmende grijnzende grijze exemplaren voor terug, dat weet iedereen. Ik sta op uit het herniastoeltje, probeer iets aardigs te bedenken om te zeggen tegen mijn kinderen, maar ik zit met een verhaal in mijn hoofd. Een verhaal over een doorgedraaide kampeerder die ‘s nachts bolletjes camping-gas lek steekt en de sissende dingen in de tenten van de andere gasten gooit. Omstebeurt, maar langharige campinggoden mogen eerst.
En grieperig grijnsde zij.
BeantwoordenVerwijderen(Nog grijzer dan jij. Maar minder ijdel).
Ei ei! Blij dat je er weer bent!
Het was een gezellige vakantie begrijp ik..
BeantwoordenVerwijderenAlleen even kijken, dacht ik. Maar nu heb ik het toch in één adem uitgelezen en moet heel erg lachen. Geweldig! Ik zie het gebeuren. Ja ijdelheid leidt naar de hel.
BeantwoordenVerwijderen