Nog drie dagen, dan krijg ik het boek in handen. Natuurlijk is dat een magisch moment, maar ik denk dat ik de tijd niet krijg het tot mij door te laten dringen. “Hoe voelt dat nou?” zullen de mensen vragen, en als ik niet gelijk iets terug zeg zullen ze zelf het antwoord geven: “’t is toch een beetje je kind dat je nu vasthoudt hè.” Ik vind die vergelijking een beetje moeizaam, alsof je een zuurtje aangeboden krijgt, waarvan je gezien hebt dat de gulle gever het zojuist uit zijn mond heeft gehaald.
Dat je de tijd niet krijgt het tot je door te laten dringen: tot zover gaat de vergelijking nog wel op – met dat kind bedoel ik. Ik herinner mij een tafereel in een Leids ziekenhuis. Ik was op van de zenuwen, mijn vrouw voelde niets meer vanaf haar middel. Alle uren hadden we langs zien komen toen ik iets vreemds in mijn armen gedrukt kreeg, iets dat warm was en bewoog alsof het mij niet wilde kennen. Ik kon het niet plaatsen, en ik kreeg geen tijd want het jongetje moest poepen en in bad en van die dingen. Pas bij de geboorte van mijn dochter, twee jaar later, herkende ik het gevoel en begon ik meteen te janken omdat ik mij geen raad wist. Mooi, maar met boeken heeft het natuurlijk geen zak te maken. Dat boek dat ik donderdag in mijn verbijsterde handen geduwd krijg beweegt niet, het laat mijn geliefde niet uitgewoond achter en zich ontlasten doet het ook niet, goddank, want er zijn er heel veel van. Dat zou een mooie boel worden. Literair meconium, daar is al genoeg van.
Het boek leeft niet, het is dood, het was al overleden toen het naar de drukker ging. Net op tijd, man wat een beproeving. Het was een levend organisme, het bleef maar in beweging, er kwam geen einde aan zijn stuiptrekkingen, ik moest het wekenlang tegen de grond aan duwen, de luchtpijp dichtknijpen, het bleef maar ademen. Maar ik kreeg 'm eronder. De boekpresentatie is een feestelijke begrafenis, en god wat ben ik bang dat die toch nog een dramatische wending neemt. Het zou zomaar kunnen dat de overledene opstaat en zijn moordenaar ten overstaan van iedereen ter verantwoording roept: “Hé man wat maak je me nou? Twaalf spelfouten en die rode jas is op pagina 165 ineens een witte jas!”
Ach, topzware metaforen over leven en dood: grote woorden die je met lege handen achterlaten.
Ik kijk uit naar donderdag. Wie weet tot dan!
Da's toch maar weer een mooie vergelijking die je hier maakt.
BeantwoordenVerwijderenBen benieuwd wat er gebeurt tijdens het lezen.
Komt het dan weer tot leven en sterft het daarna opnieuw?
Nog 3 nachtjes slapen...!
Ach ja die goede oude tijd;op trektocht met één boek waaruit ieder gelezen blad gescheurd en weggegooid werd om de draaglast te verminderen.
BeantwoordenVerwijderenGa jij je boek nu ook - na al die ellende - nog een keer lezen? Van mij dus de tip hoe je van deze wurgslang af kan komen.
Zware vergelijkingen inderdaad, maar wel mooi. Ik ben er bij om te kijken of het inderdaad een feestelijke begrafenis wordt.. Klinkt nu heel fout en tegenstrijdig, maar dat moet kunnen op zo'n dag.
BeantwoordenVerwijderenTot dan!
Ach, en ik had me juist voor genomen om je grappig te vragen hoe je de bevalling had ervaren..
BeantwoordenVerwijderenNU ga ik waarschijnlijk alleen van een afstandje naar je grijnzen, en jij maar denken... waar ken ik die vrouw van..
Ik verheug me nu al op de treinreis terug met het eerste hoofdstuk!
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd met je Trouw pagina van vanmorgen. Veel plezier vanavond!
BeantwoordenVerwijderenAik
Hoi Gerwin, ik kwam hier al surfend terecht en ben ontzettend benieuwd naar je boek! Ik zal het zeker oppikken.
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd!
Niels Amperse