“They want me out of the country sir” zegt de jongen. Hij is zestien, één meter zeventig in het vierkant en hij komt uit Algerije. Bij “they” wijst hij in de richting van de centrale hal van de school, waar een paar honderd kinderen zich verdringen. Hij heeft PvdA gestemd bij de scholierenverkiezingen, en behoort daarmee tot een minderheid. Wilders was de grote winnaar bij de scholieren.
Ik wil zeggen dat hij het niet zo somber moet inzien, dat het maar om een kwart van al die kinderen gaat. Ik slik de woorden in. Een kwart dat hem het land uit wil: ik kan mij voorstellen dat het niet zo opbeurend klinkt als ik het bedoel. Ik kan ook zeggen dat 'ze het vast niet zo menen', of dat Algerije vast en zeker wereldkampioen voetbal wordt. Je kan van alles zeggen. Ik kijk de jongen aan, zijn ogen liggen diep, hij heeft zware, boven zijn neuswortel doorlopende wenkbrauwen die in oude rassenleren voor misdadig doorgaan. Ik heb ook zulke wenkbrauwen. Afgelopen week was hij de Schrik van Sportdag, hele voetbalteams weken voor hem uiteen. Ik niet, ik zette een blok, tachtig kilo Algerijn viel op volle snelheid over mijn voet. Het was een grap, want ik was eigenlijk de scheidsrechter. Hij stond lachend op, we deden allebei alsof we geen pijn hadden. Sindsdien kan ik het goed met hem vinden, al voert hij nog steeds niets uit in de klas.
“Well, I sometimes want you out of the country too,” zeg ik, “like when you play football, you criminal.” Ik sla mijn arm om zijn nek en trek hem het klaslokaal in. Als iedereen eindelijk zit vraagt hij “Sir what will you vote?” Pas nu besef ik dat ik ook besmet ben, ik zal zonder ophouden moeten laten blijken dat ik aan zijn kant sta, dat ik hem en al die anderen beslist niet het land uit wens, maar dan zonder het te zeggen. Zonder het te zeggen ja. Moet ik dat uitleggen? Probeer maar eens hoe dit zinnetje werkt: "Nee hoor, ik vind je helemaal niet lelijk". Omzichtigheid geboden. Ik zal er een dagtaak aan hebben. Deze jongen zal – net als duizenden anderen – vanaf vandaag iedere blik die zijn kant op gaat beoordelen: wil die mij het land uit? Ik zal met steelse blik terugkijken: denkt-ie dat ik hem het land uit wil?
Ik krijg de somberheid niet uit mijn kop.
ijzersterk!
BeantwoordenVerwijderen