Drie oktober, de laatste dag van het jaar die gul was voor ons, die zacht licht uitstrooide, die haren delicaat deed wapperen – die van mijn vrouw meen ik want het mijne wappert slecht. Drie oktober, en dan zo’n zwoele dag – dat is geen combinatie. Diep in de kraag horen wij naar de kermis te sjokken, zonder plu want teveel wind (en waar laat je het ding? “Zou u dit even willen vasthouden meneer, ik moet even in de reuzenpoliep”).
Dit soort weer vloekt met kermis, met die van het Leids Onzet tenminste. Mooi weer staat de Kermis der kermissen niet, wat heeft het subtiele strijklicht te zoeken in die hysterische hel van knipperlampen en tyfusherrie? Striemende regen moet er zijn, bakken water om het volk tot bedaren te brengen. Zolang de regen slaat doen de vuisten het niet, geloof me, zo is het echt.
Wij gingen dus niet naar de kermis. Wij gingen rustiek appels plukken op landgoed de Olmenhorst te Lisse, ver weg van het gepeupel. Een kilo appels kostte er minder dan op de markt zei men, en Rust & Stilte waren bij de prijs inbegrepen. Dat van die rust viel wat tegen. De auto’s stonden tot Abbenes in de berm. Dure auto’s, dat wel. Het was stampvol op de Olmenhorst, en blubberig. Je kon er banjeren door alle soorten Haarlemmermeermodder, van stug en robuust tot nat en glibberig. Heerlijk. Een jongetje van drie was van voren helemaal van blubber, ook zijn gezicht. De achterzijde was gewoon van jongetje, een kostelijk gezicht. De kermis van de rijken, en waar de rijken zijn daar zijn de schrijvers. Er bleken achteraf een paar bekende exemplaren rond te lopen, die wij alle gemist hebben.
De laantjes met appelbomen waren bij vlagen zo vol en men schuifelde er zo bedaard doorheen dat het leek op een groene variant van de Taptoe, maar dan zonder het zwaaien. Maar het was beslist een briljant idee: geen kosten voor pluk, opslag en distributie, al die brave gezinnetjes kwamen hun zakje zelfgeplukte appels netjes afwegen en betalen.
Met tien kilo appels tijgerden we door de modder terug naar de auto, ergens richting Abbenes. Kosten: een tientje. Staat gelijk aan twee man in het reuzenrad, of één in de poliep.
Ik zie wel een beetje op tegen de komende week. Ik was er niet. Ik was niet bij de bloedige gevechten op de Beestenmarkt, ik heb niet gezien hoe een te zwaar beladen bakje van de Super Mouse uit de bocht vloog en zich in de pui van de Gauchos boorde, ik heb Gele Gerrit niet het luchtgeweer zien afschieten op “die Kutmarokkaan” die ik - als ik er was geweest - herkend zou hebben als de zoon van mijn Turkse bakker. Ik weet niet wie zijn uitgeroepen tot de Koning van de Kopstoot en de Koningin van de Kotsvloer, ik weet niets. Ik vrees de vraag “wat heb je gedaan op 3 Oktober?” Ik laat niks los, ik zal zeggen dat het lekker weer was, mijn tanden in een zure Olmenhorst-appel zetten en een duim in de lucht steken. Dat zien ze graag, zo'n duim.
Ik heb er aan gedacht vandaag. Even tijdens het uitrusten van een zwaar timmerwerk aan mijn tuinhuis, dacht ik ineens: het is 3 oktober en dus Leidensch Ontzet en bedacht me ook dat het geen weer was voor Hutspot met klapstuk. Een harinkje met witte brood kan nog wel. Voor mij is het lang geleden dat ik er was. Maar nooit vergeet ik een soort van rariteiten tent met een hele dikke (jonge) vrouw. Een man ernaast vertelde dat ze bij haar geboorte 20 pond woog en alles was echt. Hij tilde haar rok op liet haar dikke benen zien en je mocht er met een speld in prikken. Maar dat heb jij natuurlijk weer gemist.
BeantwoordenVerwijderenLeuk dat blubberjongetje! Zie het voor me.
Ha! dus jij hebt je er wel aan gewaagd? Ook wij dachten met het mooie weer appels te plukken in den Olmenhorst. Alleen zijn wij afgehaakt na het zien van de bermen vol met autos in Abbenes. Wij dachten dat er geen appels meer over waren voor de pluk. Not a very fruitful trip indeed.
BeantwoordenVerwijderenGeniet van je appels!