vrijdag 21 januari 2011

Nog één keer: De Turingprijs

“U heeft toch die prijs gewonnen bij De Wereld Draait Door?” vroeg een schooljongen - ik denk een tweedeklasser - onlangs aan mij. “Ja, inderdaad” loog ik gemakzuchtig, omdat de waarheid vaak net iets teveel woorden nodig heeft, en waar veel woorden zijn ligt verveling op de loer. Zeker bij snotapen van dertien. Bij “inderdaad” zag ik hem al afhaken. En dan, wat zou ik zo’n jongen beleren? Alsof ik er zelf in het geheel niet door overrompeld was geweest, alsof al die heisa rond de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd zelf bedacht had. Alsof al het niet een jaar geleden was.

Ik zie mij nog staan, in het licht van mijn eigen witte kabeltrui, ik schudde de hand van de grote Komrij, en had hem wel willen zeggen dat ik het rijm en het ritme van mijn gedicht had ontleend aan een vers van hem - maar ik wist niet meer hoe het vers heette, en ik zei niets. “Eer zal men kakken in zijn hoed - dan dat ik hier mijn ziel blootleg - en zeg wat ik thans lijden moet.” Zwijgzaamheid. Ja nu weet ik het wel weer, want ik heb het opgezocht. Ik wist weinig van poëzie, en nog minder van ‘het wereldje’. Ik herinner me dat er later op de avond wat ophef ontstond omdat van de (overigens voortreffelijke) derdeprijswinnaar werd gezegd dat hij een slammer was. Dat werd een kostelijk misverstand gevonden. Een slammer? Ik wist niet wat het was, al kon ik mij er allerlei wildwest en penoze bij voorstellen. “En nu betalen gringo anders stuur ik mijn slammer op je af.” Als de slammer langs was geweest kon je het grofvuil bellen, meedogenloos was die gast, niets lieten zijn verzen heel.

Ik wist nada, ik was de reine dwaas in de graalburcht. Ik belde naar mijn ouders, om te zeggen dat ik op het journaal zou komen. “Dat is mooi’” zei mijn vader, “en hoe is ’t weer bij jullie?” Mijn vader wist tenminste hoe je die dingen in perspectief moest zien. Ik denk soms terug aan al die mensen die ineens met mij moesten praten, van radio en tv. Zij deden gewoon hun werk, ik groeide in mijn rol van outsider die met de verkeerde trui op het verkeerde podium terecht was gekomen, en die voor een draaiende camera zijn vrouw belde dat “de nieuwe keuken er zou komen.” Er volgden optredens in het Huis van de Poëzie en in DWDD met dat ene gedicht. Alsof ik even Für Elise mocht spelen in het Concertgebouw, louter omdat ik een dag Nieuws was. Na mij zou Kluun komen om een hilarische versie van de vlooienmars te spelen. Zo voelde het. Zo was het eigenlijk ook.

Daarna werd het stil, zo stil dat ik de zee hoorde. Ja, zegt u, wat had je dan gedacht? Dat je de superster van het poëziecircuit zou worden? Natuurlijk had ik dat gedacht! Dames, dames toch, zou ik de ganse dag roepen. “Oo, wil je nog één keer dat versje opzeggen, dat dure versje? Voor mij...mmmm?” Je hoeft die dingen maar één keer te denken. Daarna kan je het aan je stakkerige brein overlaten om er een verwachting van te maken. In gloeiend heet licht van dampende zalen, rood en geel, zou de belofte van mijn opkomst zich aftekenen: “De line-up van vanavond bestaat uit Beau vED, Gordon en Kluun, en als headliner –dames en heren, rustig, niet dringen, allemaal even een stap naar achteren graag - hebben wij: (mijn naam door gejuich en hoog gekrijs onverstaanbaar)”

Ik zou nooit meer hoeven werken! Heeft u daar nooit aan gedacht dan, dat u nooit meer zou hoeven werken?

Ik hang graag de dilettant uit, maar waak voor overdrijving. Ik weet inmiddels precies wat slammen is (en bewonder de beoefenaars heimelijk), ik weet wie er in elkaars balboekje staan en ik weet hoe hard men knokt. Ik hoop oprecht dat de volgende winnaar van de Nationale Gedichtenwedstrijd iemand is die de prijs kan zien als loon naar werken. Ik ben blij dat ik overeind kan houden dat ik mijn loopbaan als schrijver van de grond af heb moeten opbouwen (mocht de dag komen dat ik daadwerkelijk van de grond kom), dat het winnen van die Turingprijs en al het lawaai eromheen op geen enkele manier van invloed is geweest. Wat die prijs dan wel voor mij gedaan heeft? Nou, ik heb een nieuwe keuken. En een Höfner-bas. Vette shit. Punt.

7 opmerkingen:

  1. had dat dan gezegd dat je die prijs gewonnen had Gerwin. Wist ik veel! Vet-cool-gave Grijnz..

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Maarten van Doremalen22 januari 2011 om 04:57

    Heb je nog nieuwe gedichten geschreven?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ja, een paar. En een nieuwe roman - zo'n beetje

    BeantwoordenVerwijderen
  4. You're so funny, de X-factor in de schrijversklasse:) Kabeltruien als fashionstatment!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Schiet me gelijk tebinnen nu het er bij #dwdd over gaat. Heb je blog getwitterd!

    BeantwoordenVerwijderen

trailer "Een Onbarmhartig Pad"