“Was van alle dingen alleen maar het begin” laat P.F. Thomése zijn hoofdpersoon denken in het verhaal Zuidland. Deze dolende figuur (de hoofdpersoon, niet Thomése) heeft zelfs genoeg aan enkel het voornemen, en laat de uitvoering er dikwijls maar bij zitten. ‘Kent u dat gevoel?’ zou ik bijna willen zeggen. De strijkstok die stilligt op de vioolsnaar, de bal die met het ventiel naar boven op de stip ligt, een stuk appeltaart waar je het puntje vanaf gaat prikken, het mes op het moment dat het door het gladde oppervlak van een nieuw aangebroken pot pindakaas steekt.
Zaterdag was ik een dagje op Lowlands. Zoals de meeste bezoekers haastte ik mij van tent naar tent, en telkens miste ik het begin van de optredens. Geen enkel optreden kon mij vervolgens echt boeien. Allemaal aangebroken potten pindakaas. Alleen bij het slotoptreden van Elbow beleefde ik het magische moment van een concert-voordat-het-begint. De tent die volloopt, mensen die gaan staan, het aanzwellende geroezemoes, geschuifel, rook, een donkere lage toon die je in je buik voelt. Pats, de lampen knallen aan, je ziet niets meer, behalve de contouren van duizenden handen die de lucht in worden gestoken. Gejuich, alsof je oren zich vullen met water. Een enkele ijle toon van een synthesizer, een bezwerend gitaarmotiefje, langzaam loopt het weefsel van geluid vol. En dan: de drums. Het concert is losgebarsten. De band speelt geïnspireerd en nauwgezet zijn repertoire van warme (‘gloedvolle’?), zij het soms wat modderige pophymnes. Maar toch, vanaf het beginpunt is het gedoemd alleen maar minder te worden.
Soms is een boek op zijn het mooist vóór je het gaat lezen. Of voor je het gaat schrijven. Ik geniet het meest van een nieuw verhaal voordat er een letter op papier staat. Van een idee over een ploeterend personage, een pijnlijke situatie, een enkel dodelijk woord, een geur, een geluid. Het is de belofte van een boek dat zo zal schokken, ontroeren en amuseren dat het een begin nog niet verdraagt. Van mij hoeft het begin eigenlijk niet eens te komen. Het moment vóór het begin, dat is het moment waar ik naar verlang. De rest is iets onvermijdelijks dat altijd teleur stelt.
Afgelopen week hield ik het eerste exemplaar van mijn tweede roman in mijn handen. Daar had ik heus lang naar uitgekeken. Ik bladerde wat en dacht: hm, beetje goedkoop papier. Dat ‘hm’ dacht ik ook echt het was een niet geslaakte zucht. Goed kijken durfde ik niet, bang op de eerste de beste bladzijde een zin te ontdekken die mij toch niet beviel. Ik kijk uit naar de presentatie donderdag, de muziek, de ontmoeting met vrienden en andere excentriekelingen die mijn boek misschien willen kopen. Wat daarna volgt is niet af te wenden. Ach, bestond van die dingen alleen maar dat zoete moment vlak voor het begin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten