Als het bijna gedaan is, dan is er nog een proefwerkweek. In
stikbenauwde lokalen leveren de afgematte kinderen nog één keer strijd. Leraren
zijn bijfiguren geworden, schimmen zijn het, alleen aanwezig om het spieken spannender
te maken.
Ik mag surveilleren bij het proefwerk Grieks, derde klas.
Dit is te beschouwen als een erebaantje. Leerlingen Grieks - een handjevol is
het - die durven niet eens te spieken. Bovendien hebben ze goed geleerd. Daar
ga ik althans vanuit. Braaf schuiven ze hun tafels uit elkaar. De meisjes doen
hun armbanden af, ze schuiven de rinkelende boel naar de hoek van de tafel. Armbanden
schrijven niet lekker. Ze zetten ook een flesje water voor zich. Een flesje
water is een onmisbaar accessoire geworden, voor meisjes in ieder geval. Om de
paar minuten nemen ze een minuscuul slokje. Jongens tekenen op hun vlakgommen, net
als vroeger, en staren verlangend uit het raam. Heerlijk. Dit zijn de kinderen
die onze beschaving gaan redden.
Ze moeten een ingewikkeld schema invullen, met vervoegingen
van Griekse werkwoorden. Daarnaast moeten ze een tekst vertalen. De tekst gaat
over Odysseus en de tovenares Circe. Ik zie een jongen wat al te nadrukkelijk
opzij kijken, op het blaadje van zijn buurman. De buurman kijkt ook. Dit kan ik
niet laten passeren. Ik loop naar hen toe, een strenge blik zal hen tot inkeer
brengen. Mijn strenge blik wordt alom gevreesd. Dan zie ik dat op hun beider blaadjes
nog helemaal niets staat. Geen woord! Het schema is oningevuld. Spieken op een
leeg blaadje, is dat wel spieken? ‘Ga eerst maar verder met de tekst’ fluister
ik bemoedigend.
Twintig minuten later brengt één van de jongens zijn blaadje
netjes bij mij. Hij is klaar. Het schema is nog steeds niet ingevuld. ‘Ik laat
het toch vallen,’ zegt hij. Hij gaat weer naar zijn plaats, om de rest van de
tijd verlangend naar buiten te staren.
Pas vlak voor de bel zijn de meisjes met de waterflesjes ook
klaar. Zij hebben wél alles ingevuld. Zij laten het Grieks niet vallen. Ze doen
hun armbanden weer om. Ik lees de laatste regel van hun vertaling. ‘Zo waren
zij geen beesten meer’. Prachtig. Odysseus redt zijn vrienden, die door Circe
in varkens zijn veranderd. ‘Zij waren geen beesten meer.’ Dit is zo’n beetje
mijn definitie van beschaving.
Het is pauze. Een collega heeft iets buitgemaakt waar zij
veel publiek mee trekt. ‘De nieuwe standaard in spieken!’ Ik ga ook kijken. Het
is een waterflesje. Het etiket is aan de binnenzijde bedrukt met piepkleine
lettertjes. Een mooi stukje werk, maar ik krijg het ineens heel warm. Ik durf
niet te kijken. Ik moet er niet aan denken dat er Griekse woordjes op staan...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten