vrijdag 23 januari 2015

Son of a bitch (Column Trouw 21 jan)

Max is vriendelijk en spraakzaam, hij praat prachtig Engels met een hoge stem, zodat het lijkt alsof hij zojuist ergens van geschrokken is. Hij vindt emoties tonen lastig en is moeilijk aan het werk te krijgen, tenzij hij druk bezig is, dan vindt hij het moeilijk te stoppen. Zijn bril is altijd een beetje beslagen, zijn ogen gaan schichtig heen en weer alsof hij zoekt naar de dichtstbijzijnde nooduitgang. Hij houdt van rust en duidelijkheid, vertelde zijn moeder. Ik dacht: wie niet? 

Max heeft een autistische stoornis. Zijn moeder: ‘I love him to death, he drives me bananas.’

In de les heb ik nooit last van Max. Hij doet alles op zijn laptop, ik vermoed dat hij veel zit te minecraften. Maar deze week is er iets gebeurd waardoor alles is veranderd. Het was een gewone les. Nu ja, gewoon, ik vertelde wat over Schönberg en Stravinksy. Niet voor watjes. Ik liet Le Sacre du Printemps horen. ‘Zonder Stravinsky had je nooit déze muziek gehad!’ Het aardige is dat ze zoiets direct geloven. Nu speelde ik de filmmuziek van Jaws af, want dat kennen ze. Een lage bromtoon, en nog één, er groeit een ritme uit, er komt iets tot leven, je voelt de reuzenhaai dichterbij komen. Max zat vlakbij de speaker, intens geconcentreerd, hij leek er in te willen kruipen. Vlak voor het stuk volledig ontspoort zette ik de muziek abrupt stop, deed het licht uit en gaf een loeiharde brul op een manier die je desgewenst zou kunnen omschrijven als ‘WHOEAAAAH!’

Het is flauw, kinderachtig, en het werkt altijd. Gegil, iedereen schoot overeind, een telefoon viel uit een paar stiekeme handen. Max werd rood, sloeg met zijn vuisten op tafel en sprak de legendarische woorden:
‘Damn it, you son of a bitch!’

Er golfde een lach door de klas. Twee jongens vielen bijna van hun stoel, sommige meisjes hadden een hand voor de mond geslagen. Max werd nu scharlakenrood, wipte op zijn stoel en keek naar de grond, in de hoop dat hij er in kon verdwijnen. Ik weet zeker dat hij dacht dat zijn laatste uur had geslagen, dat hij voorgoed van school verwijderd zou worden. En iedereen maar lachen, de een hoog, de ander hol, hemel wat kunnen zestienjarigen toch gemeen luidruchtig zijn. 

Daar stonden wij, Max en ik, in het middelpunt van de storm, tot elkaar veroordeeld. Hij moest zijn verontschuldigingen aanbieden, en ik ook, maar we kregen de kans niet in de chaos en het rumoer. Toen het eindelijk stil werd wist ik niets beters te zeggen dan ‘Ja, die haai, that was a real son of a bitch.’

Sindsdien groet Max mij vriendelijker en krachtiger, waarmee hij onze nieuwe verstandhouding bekrachtigt. Wij hebben iets gemeen. Wij houden van rust. En van duidelijkheid.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

trailer "Een Onbarmhartig Pad"