donderdag 5 augustus 2010

Isn't it ironic, don't you think?

Engeland, juli 2010. Het toiletblok is van het soort dat bij de ANWB een laf zeventje krijgt. Er ligt Vim op de tegels – dat wekt in ieder geval de schijn dat er gepoetst is. In een emmer troebel water staat een asgrauwe mop gereed, de gasten worden zodoende aangemoedigd na het douchen een miljard bacillen over de vloer uit te spreiden. De douches hebben zo’n stroeve drukknop die je iedere drie tellen opnieuw moet indrukken, en die je na de nodige irritatie met je middelste rugwervel ingedrukt houdt, tot de pijn niet meer te harden is.

Uit precies zo’n douche komt een dikke Brit met tattoos all over the place. Zijn gezicht heeft dezelfde teint als de mop, het is net alsof het gekleid is door een kleuter. “Bugger, took my wife’s hairspray with me instead of the shaving cream” bromt hij. Ik leun tegen een wastafel, ik sta te wachten tot mijn zoontje klaar is met douchen. Hij wordt nooit moe die knop in te drukken. “Wonder what your wife looks like now,” zeg ik op mijn leukst. Zijn lach klinkt als een droge hoest, waar ik sta kan ik ruiken dat hij teveel rookt. Hij vraagt waar ik vandaan kom, en ik antwoord dat ik dat best wil zeggen, als hij belooft niet over voetbal te beginnen. Hij moet niet veel hebben van voetbal, hij houdt van het paardenracen. Het volgende moment sta ik te luisteren naar zijn levensverhaal. Hij werkt in de bouw, in Southampton. Iedere dag twee uur rijden. Bijna dertig jaar geleden zijn rug gebroken, na de val van een paard. Niet zijn paard natuurlijk, onbetaalbaar. Ze hebben het paard beter verzorgd na de val dan hemzelf. Van de wervelprotheses in zijn rug zijn er inmiddels twee afgebroken (ik moet aan de doucheknop denken, en vermoed dat ik nu heel smerig kijk). Overgewicht, vijftig sigaretten per dag. Zijn dokter zegt steeds dat hij al lang dood had moeten zijn. Hij is zesenvijftig. Zijn vader heeft ook zijn rug gebroken toen hij dertig was, hij kwam op zijn werk onder een vracht ijzer terecht. Die heeft nooit meer kunnen lopen. Het was net na de oorlog. Hij had in Normandië gevochten, de vader, geen schrammetje opgelopen. "Isn't it ironic?". Nou van scheren komt het toch niet meer, zegt hij. Hij slaat mij op de schouder, zwaait de deur open en loopt de regen in.

Corfu, augustus 2010. De luchthaven is overvol, want nogal wat kisten hebben vertraging. Buiten is het veertig graden. We hangen in plastic stoelkuipjes, mijn vrienden dutten wat weg, ik vang een gesprek op achter mij. Een poepbruine vijftiger vertelt een andere poepbruine vijftiger over een ‘tussendoortje’ laatst in Zweeds Lapland. “Andere temperaturen jongen.” Hij had er op de sneeuwscooter rondgescheurd, in de sneeuw gerold na saunabezoek, en met een span honden gesleed. “Dat van die honden was wat minder, god wat blaften die beesten.” De prijzen van een privé-vlucht worden besproken, want hoe kom je anders comfortabel in zulke oorden? Ik kijk om, zie dat er een paar puberkinderen bij de bruine mannen horen. En een blonde vrouw met namaaklippen. De kinderen kijken verveeld op hun iPhones. Vijftienhonderd euro per persoon, zegt de hondenman, ach een keertje decadent moet kunnen niet? “Valt best mee, vijftienhonderd” zegt de ander, “goed te doen.” Het valt mij op dat ze allebei goed geschoren zijn. Hun kaken glimmen. Een bericht over de intercom breekt hun bespiegelingen af. Het gaat over hun vlucht, naar Madrid. Daarna met de familie verder naar New York. Een keertje decadent moet immers kunnen.


4 opmerkingen:

  1. Mooi tweeluikje. En ach, naar Engeland en Corfu in één vakantie moet kunnen, voor een keertje. :-p

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Helemaal waar, zo modderen wij wat tussen arm en rijk in, met een ouwe tent en een Transavia vluchtje.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Graag gelezen, hoopte stiekem dat je die Engelsman als loterijwinnaar zou tegenkomen op Corfu.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @H mooi, die bewaar ik voor de fictieve versie!

    BeantwoordenVerwijderen

trailer "Een Onbarmhartig Pad"