Halbe de Sloper zwaaide vrijdag met zijn loden bal. In de NRC las ik enkele reacties van directeuren wiens nering gespaard blijft. De baas van het Rijksmuseum was “opgelucht”, en blij dat er "heldere keuzes" zijn gemaakt. Jan Raes van het Concertgebouworkest was “tevreden dat er is gekozen voor kwaliteit.”
Ik stel mij voor hoe de opluchting en tevredenheid van deze Judassen, zo zedig onder woorden gebracht, binnenskamers gevierd is. Met een oerkreet waarmee je een ADO-supporter de stuipen op het lijf zou jagen, gebalde vuisten, witte knokkels. Zij, zij gaan er aan! Niet wij! Van Judas weten we overigens dat hij de dertig zilverlingen terugbracht en zichzelf verhing. Van deze heren hoeven we dat niet te verwachten. Natuurlijk zijn ze blij, ze houden hun baantje en hoeven niemand te ontslaan. Maar waar bleven de uitingen van solidariteit, van strijdlust, de wijde blik, de visie op kunst in dit land, net even voorbij het eigenbelang van de heren? Waarom riposteerden ze niet pissig dat Halbe zijn met bloed besmeurde zilverlingen in zijn reet kon steken, als hij nu werkelijk denkt dat hij de top van het bouwwerk overeind kan houden terwijl hij de rest afbreekt?
Het is zonde dat ik het zeg, het is misschien zelfs te erg: het magere verweer, de bange lijdzaamheid van de hele sector in het idee dat er ‘natuurlijk wel bezuinigd moet worden’, het gedienstige meedenken van de RvC - het doet mij sterk denken aan de houding van onze overste Karremans tegenover generaal Mladic. ‘Don’t shoot the piano player’. ‘Wat? Nee aan jou verspil ik geen kogel. Je krijgt gewoon geen geld meer. O, wacht, je krijgt het toch wel. Haha.’ ‘Hoera, dank, dank, wat een opluchting!’ Wat is macht toch verrukkelijk als je geen donder geeft over de dingen waar jou macht zich over uitstrekt.
Zo staat het er dus voor. In de hoop nog iets te kunnen redden – bij voorkeur het eigen hachje - werkte iedereen mee aan de ontmanteling van de enclave Cultuur. Nu de sloophamer is gevallen, heerst Halbe, want de sector is verdeeld in haves en have-nots en die twee bleken niets gemeen te hebben dan de stille hoop te overleven ten koste van de ander. Wat ze in ieder geval niet gemeen hadden was een visie op kunst en cultuur die dwingend genoeg was om ten overstaan van de vijand een front te blijven vormen.
Het is ontluisterend.
Halbe zal op de schouders geslagen worden. Ik denk dat hij "tevreden" en "opgelucht" geracefietst heeft deze Pinksterdag.
Mooi!
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven! Het is alleen eng dat dit de werkelijkheid is. Het begint een grimmige sfeer te ontstaan door de offensief die begonnen is tegen de culturele sector. Want let wel, de bezuinigingen op cultuur zijn eerder een keuze dan een noodzaak.
BeantwoordenVerwijderenJe kunt misschien nu al spreken van winnaars en verliezers, dat is de korte termijn visie. De effecten op een lange termijn zijn veel groter. De culturele infrastructuur gaat eraan en het gebrek aan diversiteit in het culturele aanbod zal ons de kans ontnemen om ruim te blijven denken.
Kortom, er zullen meer slachtoffers vallen, maar blijkbaar willen de directeuren ook niet hierover peinzen.
Elvira