Ik trek mijn gladde schoenen aan, en een mooi colbertje. Dat
doe ik anders nooit, maar het is ouderavond. Dat houdt in dat je de ouders van
je mentorleerlingen voor het eerst ontmoet. Als ze het een beetje goed doen,
die kinderen, dan is het misschien meteen voor het laatst. Met anderen bouw je,
zeg maar, echt een band op in een jaar.
De eerste indruk is belangrijk. Het
maakt niet veel uit wat je zegt, ze komen om naar je te kijken. Is het een
beetje een schappelijke kerel of wordt het weer afzien dit jaar? Dat is waar de
avond om draait. Alle powerpoint-presentaties die de schoolleiders vooraf in de
strijd werpen zijn rookgordijnen. Alle kopjes koffie en koekjes zijn
zoenoffers. Ze komen voor mij, de mentor.
Het is belangrijk de ouderavond vroeg in het jaar te hebben.
In de tweede of derde week kom je nog wel weg met de blijmoedige kreet dat ‘we
er met z’n allen een leuk jaar van gaan maken,’ maar daarna komt de ellende
snel bovendrijven. Stress, ruzietjes, overvolle gangen, vieze wc’s, docenten
die huilend het lokaal uitlopen – ‘waarom doet u daar niets aan?’. Als je pas
in oktober komt aanzetten met een ouderavond, kan je beter in een ketelpak
aantreden dan in zo’n colbertje.
Voor mijn eerste ouderavond was ik erg nerveus. De conrector
sprak mij vaderlijk toe: ‘Als een ouder met een rare klacht komt, moet je
vragen of meer ouders zijn klacht delen. Vaak blijkt de klager dan alleen te
staan, en dan ben jij de winnaar!’ Ik bedankte, rechtte mijn rug, stapte mijn
lokaal binnen.
Het ging goed, tot het fout ging.
‘Ik wil even wat zeggen!’ zei een kale man met een morsig
jasje. Hij stond op, zwaaide met een boekje. ‘Waarom moet mijn zoon dit soort
woorden leren!’ Hij begon voor te lezen. ‘Kartofffelpuffer,
Rückenflosse, schuhplatteln.’ Hij had een vlekkeloze uitspraak. ‘Wat is schuhplatteln?’ vroeg iemand. Het bleek
tapdansen. ‘Zijn er ouders die deze klacht delen?’ vroeg ik. ‘Ja, nu je het
zegt!’ zei iemand. In een paar tellen was het een pandemonium. De Duitse
proefwerken waren te moeilijk! Het was idioot! Schuhplattelnd verliet ik het lokaal.
Na twaalf jaar en evenzoveel ouderavonden ben ik nog steeds
nerveus. De eerste ouder die vanavond mijn lokaal binnenkomt is een zwarte man
met grijs haar. ‘Goedenavond’ zeg ik monter. ‘U bent zeker de vader van Tyler.’
Hij: ‘Inderdaad, hoe weet u dat?’ Daar sta ik alweer, met mijn gladde schoenen.
Tyler is de enige écht zwarte jongen in de klas. ‘Hij lijkt op u,’ zeg ik
opgewekt. Ik peil zijn blik, om te kijken of ik genade zal vinden. Het blijft
een dubbeltje op zijn kant, zo’n ouderavond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten