Hoera, de Dag van de Leraar komt
er weer aan. Vrijdag is het zover. Er heerst al enkele dagen een
verwachtingsvolle spanning op school.
Toen het voor het eerst was, de
Dag, precies tien jaar geleden, verkeerde ik in de veronderstelling dat we een ouderwets
feest zouden krijgen. Gefrituurde hapjes, ballonnen, voor de onderbouw een fijn
springkussen, sjoelbakken voor de bovenbouw, gratis petjes voor iedereen en een
bonte avond na afloop. Zoiets. Allicht zouden we niet hoeven werken, net zoals
ik op Vaderdag een dagje het vlees niet hoef te snijden.
Dat de lessen gewoon doorgingen
was de eerste teleurstelling, dat de leerlingen zich precies zo gedroegen als
alle andere dagen viel ook wat tegen. De doos met gesorteerd gebak maakte gelukkig
veel goed. En er hing een spandoek in de school. Een spandoek zorgt altijd voor
opwinding.
Kortom, het was een mooie dag.
Sindsdien worden wij op de Dag
van de Leraar op ludieke wijze gefĂȘteerd. Dat kan heel ver gaan. Soms krijgen
we bijvoorbeeld een lekker bakje koffie in het lokaal geserveerd door de rector,
met een stroopwafel. Handig, want dan hoeven we niet zelf naar de
koffieautomaat te lopen. Dat ik tijdens een les helemaal geen tijd heb voor
koffie kan de goede man ook niet weten.
Te midden van het feestgedruis
zou je bijna een belangrijk feit over het hoofd zien: als er voor jou een
speciale dag georganiseerd wordt, dan ben je geen hoogvlieger. Je hebt een
handicap, of je bent achtergesteld. Dag van de Doven, Dag van de Secretaresse,
Dag van de Ouderen. De onbedoelde koppeling met Dierendag bevalt me ook maar
half.
Vrijdag stond in deze krant een
artikel over de TEDx-onderwijsconferentie in Amsterdam. Hip en happening. Ik
had er wel heen gewild, maar dat mocht niet, want de deelnemers werden
geselecteerd. Op motivatie. Wel raar lijkt me dat, spreken voor een zaal vol uiterst
gemotiveerde mensen. Het heeft iets kerks. De organisator wilde ‘meer
inspiratie naar het onderwijs brengen.’ Ik dacht: begin klein, breng vaker
gesorteerd gebak naar het onderwijs. Hij zei: ‘Ik wil niet dat mensen op
feestjes zeggen ‘wat knap dat je docent bent’ maar dat ze zeggen ‘wat vet’!’
Nu heeft nog nooit iemand tegen
mij gezegd: ‘Wat knap’ – ik vind dit best jammer, maar als ze ooit gaan zeggen
‘wat vet dat je docent bent’, dan zal ik in actie komen, dan organiseer ik in
mijn eentje een hele Week van de Leraar. Ik regel dat we ons in rijtuigen door
de stad laten vervoeren, gekleed in rokkostuum. Wij dragen lorgnetten, en hoge
hoeden waarmee wij voornaam wuiven. Iedereen langs de kant roept ‘Wat knap, wat
ongelooflijk knap!’ Want knap, dat is het.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten