De baas is van de fiets gevallen. Het was maar een klein
berichtje in de krant, maar iedereen had het erover. Sander Dekker gevallen. Arme
baas. Hij was met zijn racefiets over een hond gereden. De hond maakte het goed.
Het goede bericht over de hond maakte de weg vrij om sympathie voor de
bewindsman op te kunnen brengen. Hij had een gebroken pols, elleboog, rib en
sleutelbeen.
Allemachtig, ik zag het zo voor me, hoe hij vijf meter door de
lucht vloog en op de Wassenaarse klinkers kwakte, gekleed in een lycra pakje,
met geschoren benen, vastbesloten op zondagochtend op de fiets te excelleren.
Excelleren, dat is het lievelingswoord van de staatssecretaris, het vat zo’n
beetje zijn visie op onderwijs samen. Op een fiets begint excellentie bij 35 km
per uur. De lat moet hoog, van middenmoters houdt hij niet. Maar goed, dan moet
je geen hond voor je wielen krijgen.
Dekker twitterde dat het een ‘klassiek wielerongeluk’ was. Hierbij
legde hij de lat dan toch wat laag. Bij klassieke wielerongelukken denk ik aan
renners die als lemmingen een afgrond induiken, een sprintend peloton dat over een
politieagent heen dendert, ik denk aan Johnny Hoogerland in het prikkeldraad. Maar
hij was wel ‘letterlijk onthand’ met zijn twee gipsarmen. Dit twitterde hij.
Met zijn tenen.
Bij dat ‘onthand’ moest ik denken aan Xander. Deze bijna-naamgenoot
van de staatssecretaris zat ruim tien jaar geleden bij ons in 5 havo, hij
speelde de hoofdrol in de schoolvoorstelling van dat jaar, Oedipus van
Sofokles. Over klassiek gesproken. Ik maakte muziek met een orkestje bij die
voorstelling. Xander moest vaak boven het orkest uitkomen met zijn stem, wat
hem geen enkele moeite kostte. Hij zei dat hij soms bijna moest huilen van zijn
eigen woorden.
Xander is denk ik de allerhartelijkste kerel die ik in vijftien
dienstjaren ben tegengekomen. Hij was groot, dik, roodharig, en onhandig. En hij
brak allebei zijn polsen, een paar weken voor de première. Hij was, zeg maar,
behoorlijk onthand, en wij - regisseur Cees en ik - niet minder. Toch konden
wij ons lachen niet inhouden. Oedipus die zijn eigen ogen niet kon uitsteken.
Dat was pas een Klassiek Ongeluk. Xander had andere zorgen. ‘Weet je wat het
ergste is?’ zei hij. ‘Mijn moeder moet mijn kont afvegen.’
En bij dat beeld moet ik weer aan Sander Dekker denken.
Het is kinderachtig, ik weet het, maar bij onfortuin van de
baas zit het voetvolk te ginnegappen. Het is de natuur. Misschien ben ik
eigenlijk jaloers. Zes weken in het gips, zes weken niet hoeven excelleren, veel
medelijden, zo onthand zijn dat je niet eens over je iPad kunt vegen. Ik droom
een beetje weg...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten