Nog voor we het San Marcoplein bereikt hebben,
heeft Bas uit vier havo bedacht dat het grappig is om mij op de proef te
stellen door vrij luid te zeggen ‘Gerwin ik mis mijn moeder!’ Omdat hij het
zeurderige toontje van een tienjarige doeltreffend imiteert lach ik er per
ongeluk om, waardoor ik mij op de hals haal dat nog drie kinderen het grapje overnemen
in diverse varianten. ‘Gerwin ik heb een blaar,’ ‘Gerwin ik ben moe.’
Nog vier dagen te gaan.
Wie denkt dat ik zo’n anti-autoritaire schattebout
ben die zich alles maar laat zeggen, die heeft het mis. Het is een stuk
ingewikkelder. De kwestie van autoriteit in het Nederlandse onderwijs is
sowieso ingewikkeld. Mijn pedagogisch handelen is een onduidelijke mix van pogingen
de afstand tot de leerlingen te verkleinen en pogingen die juist te vergroten. Zelf
begrijp ik er soms ook niks meer van, en alles schuift de hele tijd. In een
pizzarestaurant steek ik soepstengels in mijn neus. Lachen. Even later val ik
uit tegen een paar jongens die proberen colablikjes op de tafel te stapelen tot
het plafond. ‘Gedraag je! Jullie zitten in een restaurant!’ Ze zeggen sorry.
In het Dogenpaleis loopt iedereen wat op
zichzelf rond, geïmponeerd, hoop ik. Er is ook een groep Franse scholieren, die
klitten keurig bij elkaar. De lerares vertelt in iedere praalkamer een
ellenlang verhaal, de Franse kinderen kijken met doffe ogen naar een
wandschildering. Terwijl ik dat sta te observeren komt Bas binnen. ‘Gerwin, ik
wil een ijsje!’ De Franse lerares kijkt hem vernietigend aan, richt zich tot
mij en zegt pinnig ‘Ik ben hier aan het lesgeven meneer!’ ‘Wat zegt ze?’ vraagt
Bas, die het vak Frans kennelijk heeft laten vallen. ‘Ssst,’ sis ik. Er komen
meer kinderen bij. ‘Wat is er? Wat is er?’ fluisteren ze, hongerig naar ophef. ‘Er
is niets!’ fluister ik. ‘Niets!’
Vanuit het Dogenpaleis over de Brug der
Zuchten. Er begint er één theatraal te zuchten, bij wijze van grapje, de anderen imiteren het
direct. Het geeft een mooi muzikaal effect, alleen hoop ik dat de Franse juf
het niet hoort. We komen uit in de gevangenis. ‘Gerwin ik ben bang in het
donker!’ roept Bas. ‘BOE!’ Pien en Marit springen achter een muurtje vandaan.
‘Haha, je schrok!’ De Franse groep is nu ook in de gevangenis gearriveerd. Als
terdoodveroordeelden sjokken ze door de gangen.
‘We willen eruit!’ zegt Pien, ‘het is hier
vreselijk!’ Ik begrijp het, de sombere cellen beginnen mij ook op de zenuwen te
werken. Vrijheid en ruimte, dat is wat wij nodig hebben, wij verlangen er naar
als naar het licht. Daarvoor gaan wij immers op schoolreis.
Haast rennend zoeken we de uitgang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten