Ik zit in het
voetbaldoel achterin de sporthal. Op een podiumpje. Ik ben weer keeper en centrale
verdediger tegelijk, drie en een halfuur lang. Ik kijk naar de ruggen van het
hele 5 havo niveau. Het is mooi om te zien hoe iedere leerling het examen na
ruim een week op zijn eigen wijze heeft geritualiseerd. Pennen rechts, eten en
drinken links, papieren geordend, sommigen schroeven hun gele oordoppen in. Een
eind verderop zitten Wietze en Barend, mijn mentorleerlingen, ze dragen de
zweetbandjes die ze van mij gekregen hebben. Ik denk niet dat ze het ding
bovennatuurlijke krachten zijn gaan toeschrijven, maar leuk vind ik het wel. Nu
ja, misschien zweten ze gewoon als koeien. Het is warm.
Vlakbij mij zit Milan.
Wat een boom van een kerel is dat geworden! Ik gaf hem nog les in de derde,
lastige jongen. Zijn handen waren toen al twee keer zo groot als de mijne en zijn
vingers altijd een beetje vuil. In zijn buurt gingen steevast dingen kapot:
snoeren, gitaarsnaren, drumvellen, versterkers. Je kon hem nooit echt de schuld
geven, zijn puberbrein kon dat omhoogschietende lijf gewoon niet helemaal onder
controle krijgen. Dat morsige, dat vijftienjarige jongens kenmerkt, heeft hij
van zich afgeschud, de vuistdikke gebruiksaanwijzing lijkt niet meer nodig.
Totaal ongevaarlijk is hij geworden. Het is net alsof wij hem getemd hebben,
zoals hij daar zit.
Op het tafeltje
van Milan liggen de volgende versnaperingen uitgestald: drie stroopwafels, twee
kruidkoekrepen, zes sultana’s, pakje Dextro Energy. Twee pakjes chocolademelk
en een halve liter ice tea staan naast hem op de grond. Het valt me op dat
havoleerlingen aanzienlijk meer etenswaren de zaal in slepen dan vwo’ers. Ik
zie broodjes tonijnsalade, kaasstengels, bakken met nootjes. Zelfs een zak
paaseitjes. Aan de vwo-kant overheerst een meer ascetische benadering: een
flesje water en een ligakoek. Na een uur moet Hakan plassen. Het is een eind
lopen, alle kandidaten waar hij langskomt kijken even op. Daarna spoelt een pisgolf
door de havo-afdeling die drie kwartier aanhoudt. Havisten moeten vaker naar de
WC dan vwo’ers. ‘Zelfs in de examenzaal zijn die havo-gasten nog bewerkelijker,’
zei de collega die steeds mee moest lopen naar het toilet.
Zo kijk ik langzaam
de vijf in de klok. Het is nog steeds warm. Milan heeft nog drie sultana’s
over. Ik bedenk ineens dat van deze kinderen een op de vijf niet in één keer zal
slagen, want dat is ieder jaar zo, overal. Een ijzeren wet. Ik vind die
gedachte op dit moment onverdraaglijk. Ik zie honderd gekromde ruggen, honderd harde
werkers. Ik kan mij domweg niet voorstellen dat er ook maar één van hen dit
examen niet zal halen. Het gaat er gewoon niet in bij mij, nee, geen twijfel
mogelijk. Allemaal geslaagd.
Je blog liet me vorige week glimlachen en ontroeren, ook mijn dochter van 16 zat met een krom rugje te zwoegen, Havo leerling, dus plaspauzes nodig, flesje water, pakje drinken etc. We moeten nog even geduld hebben, allemaal geslaagd? We hopen van Yes!
BeantwoordenVerwijderen