Herman Koch heeft
een hekel aan leraren. Dit laat hij weten in Trouw en De Morgen, in interviews
ter promotie van zijn nieuwe roman. Stuk voor stuk zijn het zelfgenoegzame,
praatgrage clowns, die leraren.
Niet helemaal serieus te nemen natuurlijk, zo’n aanval van iemand die waarschijnlijk veertig jaar geleden voor het laatst een leraar in actie heeft gezien. Echter, Koch is de meest succesvolle Nederlandse schrijver van dit moment (Het Diner is in 33 talen verkrijgbaar), en als zo’n coryfee dit soort dingen zegt over mijn beroep, dan voel ik mij verplicht te reageren.
Niet helemaal serieus te nemen natuurlijk, zo’n aanval van iemand die waarschijnlijk veertig jaar geleden voor het laatst een leraar in actie heeft gezien. Echter, Koch is de meest succesvolle Nederlandse schrijver van dit moment (Het Diner is in 33 talen verkrijgbaar), en als zo’n coryfee dit soort dingen zegt over mijn beroep, dan voel ik mij verplicht te reageren.
‘Mensen met een
beetje persoonlijkheid worden geen leraar’, laat Koch in De Morgen optekenen. Zijn redenatie is ongeveer als volgt: leraren
die een bloedhekel hebben aan het onderwijs, en er eigenlijk ongeschikt voor
zijn, zijn vaak de beste leraren, omdat ze op een interessante manier vertellen
en ‘persoonlijkheid’ bezitten. Leraren die wél geschikt zijn voor het vak zijn
slechte en saaie leraren, die zichzelf te serieus nemen. Goede docenten zijn
dus slecht, en slechte goed.
Kunt u de schrijver nog volgen?
De enige goede
leraar die Koch zich kon herinneren was er één die tegenover zijn leerlingen
opsneed over zijn drankgebruik ‘we doen het rustig aan vanmorgen jongens, ik
heb een hoeveelheid drank op waar een paard van zou omvallen’. Ja, echt een
persoonlijkheid, zo’n man.
Ik geloof dat ik
Koch zelf een beetje een praatgrage, drammerige leraar vindt die zijn gehoor
niet weet te boeien en uit wanhoop steeds grotere wartaal uitslaat en grovere
generaliseringen bedenkt. Maar goed, ik zal steekhoudende argumenten inbrengen
tegen deze borrelpraat over leraren.
Mijn eerste argument is de goedlachse
Ronald van wiskunde. Misschien praat hij wat teveel (hij kan trouwens ook
stevig drinken) maar hij zal zelfs Koch en zijn kinderen enthousiast krijgen
voor wiskunde. Dan heb ik Jane, Jane die alle kinderen wil omarmen, de grootste
schoft uit 5 vwo wil haar als moeder hebben en komt in de pauze een extra
bijles scheikunde halen. Ruth, die net drie repetitieweekenden met het
schoolorkest erop heeft zitten. Chris (geschiedenis), van wie de kinderen hopen
dat hij de hele les zal vertellen, omdat ze dat veel leuker vinden dan in
groepjes werken. José, die nauwgezet zoekt naar een opening bij een kind om
liefde voor de Franse taal in te planten. En ik zet Cees in, bij wie de
kinderen na een dramales huilend van het lachen naar buiten komen, en geloof
me, hij laat eventueel drankgebruik van de avond ervoor beslist onvermeld.
Dit is het team
dat ik opstel, en dan heb ik nog een stuk of wat dreamteams op de reservebank
zitten. Benieuwd wie of wat Herman Koch daar tegenover stelt. Gewoon excuses
zijn trouwens ook goed.
Je vergeet Bert Lakeman helemaal te vermelden...
BeantwoordenVerwijderenIk voel me door Kochs commentaar evenzeer aangesproken als door de eerste de beste puber die leraren minacht. Het is een psychologische noodzaak van het puberbrein om zich laatdunkend uit te laten over volwassenen en andere autoriteiten, of dat puberbrein nu zestien jaar oud is of zestig.
BeantwoordenVerwijderenKochs mening over leraren is evenveel waard als mijn mening over literaire schrijvers. Het verschil is dat ik met die laatste mening niet in de krant hoef.