Ik heb afscheid genomen van mijn manuscript, voor een tijdje. 'Ach jongen toch', hoor ik de meevoelende lezertjes denken, 'en hoe gaat het nu?'. Nou, kom, geen traan gelaten hoor. Het gaat uit logeren, en als het weer terugkomt, ergens in augustus, zal ik het misschien niet meer herkennen. Hoe dan ook, ik ben verlost van een handenbinder van formaat, de spiegel van mijn eigen betweterigheid.
Ik moet wat bekennen. Uit pure balorigheid ging ik op een zeker moment zelfs omslagen ontwerpen. Gribus! Op de computer, beetje prutsen met foto’s en tekst. Erg? Het ergste komt nog: na uren knutselen kon ik het niet laten steeds opnieuw naar het eindresultaat te kijken. En helemaal niet om het beter te maken, maar uit een groteske genotzucht die ik enkel narcistisch kan noemen! “Alleen de ijdelheid van een schrijver is onuitputtelijk”, schrijft Emil Cioran, de Roemeense filosoof die mij bij de kladden heeft sinds een goede vriend mij een van zijn boeken (bijna niet te krijgen, want niemand leest ze) cadeau gaf. Ik denk te weten dat Cioran daar mee wil zeggen dat de inspiratie van de schrijver alles behalve onuitputtelijk is, integendeel, al snel wordt de sloeber gedwongen zijn toevlucht te nemen tot het eindeloos herhalen van zijn eigen beperkte en allesbehalve belangwekkende ervaring. Alsof wij niets beters te doen hebben dan ons verdiepen in de levens van een handvol fictieve personages, die allemaal tobben en allemaal lijken op de grote schrijvert. De Schrijver: “Geen enkel onderwerp dat zijn tijd bezig hield ontsnapte aan zijn sarcasme, zijn pseudo-wetenschap, zijn behoefte aan ophef, zijn vulgariteit.”
Enfin, je kan ook doordraven. “Gewapende Man” (werktitel) (werk? hoezo werk?) is opgestuurd, en de redacteur gaat er nu mee aan de slag.
Toeval of niet, op dezelfde dag bracht de pakketdienst een aantal boekjes, zo goed verpakt dat ze interessanter werden per woedende minuut dat ik poogde het pakket te openen. Na het verwijderen van enkele vierkante meters karton bleken er drie boekjes in te zitten. Ik moet er geen toestand van maken, ik had ze zelf uitgekozen. Een van de werkjes heette “Over redactie” – dat kwam mooi van pas. Bovendien bleek het behoorlijk actueel te zijn. Zo valt er te lezen:
“Een goede redacteur is zijn gewicht in goud waard. Redacteur X stapte in 2008 onverwacht over van Querido naar Contact, waar hij een eigen imprint toegezegd kreeg, met in elk door hem geredigeerd boek de vermelding van zijn naam. ‘Zijn’ Querido-auteur AFTh van der Heijden reageerde gestoken: “Verraad [...]”.
Lisa Kuitert, de schrijfster van dit boekje, heeft het niet zomaar over zomaar een redacteur X, maar over mijn redacteur! Jammer voor AFTh, maar zijn boosheid maakt duidelijk dat het vertrek van zijn (nee, mijn) redacteur een flink verlies was. Verraad! Oei, van zoiets veer ik op. Verraaaaaad. Lekker, blaas nog eens in mijn oor, trap nog eens in mijn zandtaartje. Wie kan vandaag de dag nog de moed opbrengen te leven voor een hoger doel: zich gedragen als een fatsoenlijk slachtoffer, een nette paria?
Goed, weg met dat boek. “Gewapende man” bedoel ik. Iedere maker gaat ten onder aan zijn eigen werk. Die heb ik ook van Cioran. Nu moet ik als de donder eens wat onderhoud plegen aan mijn motorfiets. Ketting spannen en smeren, olie bijvullen, smerige klauwen krijgen. Heerlijk.
E. Cioran, Bestaan als verleiding, Historische uitgeverij (2001)
En dan over enkele weken, ergens op een eindeloze stille weg...
BeantwoordenVerwijderenDe motor brengt een raak tikkend geluid voort. Je kunt het niet thuisbrengen, alles functioneert naar behoren, een grondige inspectie brengt niets aan het licht maar helemaal gerust ben je er niet op.
Dan merk je dat je het ook 's nachts hoort. Tiktiktik... alsof iemand geirriteerd een balpen in en uitklikt.
Een rode balpen.
Je stelt je de gewapende man voor. Weerloos liggend op het bureau van X, die hem afwisselend streelt en pijnigt. Je verbeeld je het schreeuwen te horen als het mes erin gaat.
Meestal snel en efficient, maar soms ook langzaam en niet helemaal met vaste hand.
In de hoek liggen al wat ledematen. De protheses die ervoor in de plaats moeten komen bevallen je niet. Ze missen jouw bezieling.
'Zul je goed voor hem zorgen?' heb je X nog gevraagd, terwijl je met de helm in de hand al op de drempel stond.
Pas nu, onder het tentdoek dat een schimmelige geur verspreidt, twijfel je of hij toen werkelijk geruststellend glimlachte.
Tiktiktik.
Het wordt een heerlijke zomer, Friso.
Met excuses voor wat oneffenheden (je verbeeldt je).
BeantwoordenVerwijderenMijn eigen innerlijke redacteur zat nog wat te suffen.
Tiktiktik is meestal een te strak gespannen ketting. Je moet een beetje speling durven toelaten. Maar bedankt voor het schrikbeeld.
BeantwoordenVerwijderenGeintje!
BeantwoordenVerwijderenIk durf er hier best een fles onder te verwedden dat het een gevederde man gaat worden.