Gisteren las ik een aardig stuk van schrijver Ivo Victoria over zeurpieten op Facebook die de laatste tijd in grote getale en met veel misbaar de stekker uit hun online leven trekken. Deze stervende zwanen ontmaskert hij als herrieschoppende narcistische nepfiguren die wij kunnen missen als klokgelui op zondagochtend. Het is zo'n betoog dat om applaus vraagt, en dat je in eerste instantie ook gul geeft. Maar daarna gaat het wringen...
Volgens Victoria zijn er twee soorten social media gebruikers: die met zuivere en die met onzuivere motieven. De eerste groep bestaat uit lui die iets willen vertellen of iets delen, omdat ze “het fijn vinden andere mensen op iets moois te wijzen”, de tweede groep dat zijn de pathologische aandachtverslaafden die erop uit zijn “complimenten te krijgen voor hun eigen vondst”. Dit zijn vaak zure bommen die zich voordoen als cocktailaugurkje, en die hopeloos verslingerd zijn aan hun eigen ego.
Mag ik u op iets moois wijzen, zonder bijbedoelingen (denk ik)? Lees Samaritaan van Anton Dautzenberg. In deze roman over een nierdonatie toont de schrijver aan wat wij natuurlijk allang wisten, maar vaak en graag vergeten: motieven zijn zelden zuiver. Zelfs als jij iets moois wilt delen als je eigen nier, verkeer je in feite in het ongewisse of hier geen egoïstisch te duiden motief aan ten grondslag ligt. Wat zijn eigenlijk zuivere motieven? En doen die motieven ertoe als je iets moois deelt – zoals een nier, of een goed verhaal of een dwaas filmpje op YouTube? Dautzenberg stelt precies de goede vragen.
Shit, ik ben ineens volstrekt onzeker over mijn motieven aangaande Facebook. Hang ik hier niet eigenlijk rond omdat ik om aandacht verlegen zit? Omdat mijn mediacoverage nul komma balletje is, en ik toch iets moet doen om straks weer een paar boeken te kunnen verkopen? Zing ik schaamteloos oude liedjes van anderen? Wat steekt er achter de drang om mijn profielfoto om de twee, drie weken veranderen? Jandorie, het zijn vragen uit het echte leven.
Ik ben het met Victoria eens dat het gezeur over Facebook op Facebook slecht te pruimen is. Het is als gezeur over het werk tijdens het werk, over gezanik over slechte seks tijdens de slechte seks (dit is zeer irritant, heb ik ooit ergens gelezen). Met ‘correct’ gebruik van social media - lees: ‘oprecht’, ‘authentiek’ en al die toverwoorden die altijd wel ergens op passen - heeft dat weinig te maken. En al helemaal niet met de herkomst van drijfveren. Beste fakers op Fakebook, houd mij voor het lapje, zolang ik mij vermaak – en houd uw motieven in het duister. Ik wil ze niet weten. Ik zal mijn best doen u hetzelfde te bieden.
Mooi dat je dit verhaal ook op Facebook gedeeld hebt Ger.
BeantwoordenVerwijderenTuurlijk, daar waar het hoort. Groet!
BeantwoordenVerwijderen