De schouders van mijn zevenjarige dochter ontroeren mij. Vooral als ze zo’n zomerhempie draagt waar ik haar schouderbladen doorheen voel prikken, als ze naast me fietst en ik mijn hand op haar rug leg. Ja, soms ben ik net een oud wijf. Maar goed. De punten van beide schouderbladen passen net in mijn handpalm, ik voel ze bewegen als zij op de pedalen trapt.
Ach misschien zijn het niet die schouders die mij ontroeren, maar de dingen die zij zegt. Ze zegt dat het niet lang meer duurt voor wij op vakantie gaan naar Engeland. Ja, het is nog twee weken, maar we gaan allemaal leuke dingen doen tot die tijd, zoals logeren, dus lijkt het kort. Ze vraagt ook waarom in Amsterdam bijna iedereen Engels praat en rare schoenen draagt. Ze trapt flink door, haar schouderbladen golven.
Ze vraagt ineens waarom ze leeft. Ik probeer recht te blijven fietsen. ‘Wat zeg je?’
Zij: ‘Ik bedoel, hoe wéét je nu dat je leeft?’
Ik vraag mij af of zij mij iets duidelijk probeert te maken. Iets wat tussen die woorden in hangt. Er knettert een dikke vrouw op een scooter langs.
‘Nou, daarom dus,’ zeg ik als het mens een eind voorbij is, hopend dat ik ermee weg kom. Maar ik kom er niet mee weg. Ze trekt haar schouders en zucht, zo’n diepe meisjeszucht die jou declasseert tot een knuppel-eerste-klas.
‘Omdat je deze dingen nu denkt, en zegt,’ zeg ik snel, een Franse filosoof napratend. Het blijft even stil.
‘Dan is het dus niet erg om dood te zijn,’ zegt ze, ‘want dan kan je niet denken, dus ook niet denken dat je dood bent.’
Mijn dochter zegt vaak ‘dus’. En ze ouwehoert vaak over de dood. Dat heeft niets te maken met dat gaatje in haar hart, waar ze honderd mee wordt. Ik denk dat het komt omdat ze haar overgrootmoeder krijtwit, dood en strak gekapt in de kist heeft zien liggen. Of omdat ze het leven soms geen bal aan vindt, en dat ook gewoon zegt.
Maar nu zegt ze dat niet. Ze piept van de levenslust en fietst als een gek - ik duw haar niet eens, ik geloof dat ze mij trekt want mijn hand plakt aan haar blote bovenrug. Aan het einde van deze zomer passen haar schouders niet meer in één hand, vermoed ik.
Gaaf!
BeantwoordenVerwijderenen véél later geef je dit aan haar (pas als je opa bent, denk ik) en is ze toch blij met je!
BeantwoordenVerwijderen