Ik heb het niet op sponsoracties. Ik vind het de meest slinkse vorm van fondswerving sinds de Kruistochten. Goed als mijn eigen kinderen een paar rondjes om de school rennen voor Jantje Beton, vooruit. Maar volwassen mensen die jou geld aftroggelen, om het weer in te leveren bij een organisatie die hen faciliteert om een ‘sportieve topprestatie’ te leveren, zodat ze dubbel tevreden over zichzelf kunnen zijn? Ik wil er niets mee te maken hebben.
Echter, het grijpt als een besmettelijke ziekte om zich heen: Alpe d’HuZes, Roparun, Rowing 4 Rights, en ga zo maar door. Hele legioenen doen mee en de thuisblijvers moeten geld geven. Geen goed woord heb ik er voor over. Het is een vies zaakje. Het moet maar eens gezegd.
Mijn weerzin begon enige jaren geleden, toen een vage bekende geld inzamelde voor een goed doel door een paar maanden in Afrika te fietsen. Ik kreeg die dingen niet bij elkaar. Hoe kon je geld verdienen door te gaan fietsen in Afrika? Zoiets kost toch alleen maar geld? Mensen in Afrika verdienen toch ook geen geld met zes uur per dag naar school lopen, of naar de waterput? Het duurde even voor ik begreep dat het een variant was op het rennen van rondjes om de school - een megalomane variant waarin het ego van de fietser centraal staat. Hij werd een fietsende Jezus die in ieder schamel dorp met palmtakken werd binnengehaald. Ik weet niet meer welk goede doel het betrof, maar wel dat hij bakken aandacht kreeg, en zelfs een wekelijkse column in de Volkskrant.
In de strijd om fondsen is inmiddels alles geoorloofd. Na het ouderwetse leuren aan de deuren en het bellen rond etenstijd is nu ook de sponsorcolportage professioneel geworden. De Goededoelenpriesters begrijpen de menselijke ziel beter dan de gemiddelde marketingafdeling bij een multinational. Wie kan een vriend, collega of buurman geld weigeren als die zich gaat doodfietsen of een hartverlamming rennen voor de kanker? Iedereen kent wel iemand met kanker. Iedereen geeft, en jij ook, Van der Werf, zo hartvochtig kan zelfs jij niet zijn.
Mooi wel! Bevrijd jezelf, ga fietsen, maar doe het zwijgend. Fiets die Alp tien keer op in stilte. Loop van Parijs naar Dakar (in plaats van terug naar R’dam), en laat nooit meer iets van je horen. wees een bikkel en roei stroomopwaarts, van Boedapest naar Wenen, maar zeg er niets over. Maak geen herrie, houd het stil, word geen kruisridder van de Goededoelenkerk, trap er niet in, en houd mij en mijn portemonnee erbuiten. Doe het lekker voor jezelf en GEEF DAT GEWOON TOE.
Gerwin, behalve dat ik het roerend met je eens ben, vind ik dat je het ook nog eens puik op hebt weten te schrijven!
BeantwoordenVerwijderenPitaya
Grazie
BeantwoordenVerwijderen"Ja hoor, daar gaan we weer", dacht ik toen ik in een plaatselijke krantje las dat de zoveelste wandelaar was vertrokken naar Santiago de Compostella. De week daarvoor had het krantje verslag gedaan van de aankomst op Schiphol van twee wandelaars die Santiago bereikt hadden. Toen dacht ik, was heen en terug gelopen dat is nog eens nieuws.
BeantwoordenVerwijderenFijn stukje, vooral de laatste zin.