Er kan veel fout gaan. Onnoemlijk veel. Heimachines,
grasmaaiers, buren met slijptollen en schuurmachines, een stroomstoring, te
weinig opgavebladen, verstopte wc, exploderende frisdrankflesjes, surveillanten
die overlijden van verveling, pindakaasboterhammen die dood en verderf zaaien.
Eigenlijk is het een wonder dat dingen soms ook goed gaan.
De allerergste ramp
die een school kan treffen rond de examens is dat er inspecteurs komen. Voor de
controle op de eindexamens heb je speciale teams van inspecteurs, een soort militaire
eenheid die onaangekondigd komt binnenvallen. Zelden komen ze gelegen. Een
gevreesd onderdeel van hun wapenuitrusting is de liniaal. Er zijn rectoren in
zwijm gevallen bij de aanblik van de liniaaltjes van de inspecteurs. Ze hebben
namelijk lange, robuuste liniaaltjes en daar doen ze de meest angstaanjagende
dingen mee. Ze meten bijvoorbeeld de afstand tussen de examentafels. Die
afstand moet minimaal 1 meter bedragen. Ze kunnen de examens ongeldig verklaren
als de afstand 99 cm bedraagt.
Het is een kenmerk van controlerende instanties dat zij
zichzelf volstrekt serieus nemen, ik begrijp dat best, anders kan je natuurlijk
wel ophouden als inspecteur. Dan wordt je een soort bromsnor die achter
Swiebertje aanzit, wetend dat je allebei gezellig samen in de keuken van
Saartje zal eindigen. Vorig jaar kwamen ze bij ons langs, de onrustzaaiers. Stoïcijns
keek de rector de inquisiteurs in de ogen, zich veilig wetend in de wetenschap
dat de afstand tussen de tafeltjes 132 cm betrof. Bijna een halve meter boven
het vereiste minimum! Toch trokken de inspecteurs de liniaaltjes. Je kan veel
van ze zeggen, maar niet dat ze een timmermansoog bezitten. Ze dropen af, een
beetje teleurgesteld.
Nee, neem dan de scholierenorganisatie LAKS. Die pakken het beter
aan. De rector werd gisteren gebeld door een tienermeisje van het LAKS. Ze maakte
hem in niet mis te verstane woorden duidelijk dat de school in gebreke was
gebleven bij het examen Duits. Wij hadden het gebruik van het woordenboek ‘van
het Nederlands naar de brontaal’ niet toegestaan, en dat was tegen het
reglement. Ze las het hele reglement keurig voor. Onze rector, een lange,
steile man, moest diep door het stof. Niet dat er ook maar één leerling behoefte had gehad
aan het woordenboek NL-D, maar het ging om het principe, zei het meisje.
Kijk, daar kan die militaire inspectie een dikke punt aan
zuigen.
De enige situatie die ik me kan voorstellen waarin je een NL-D woordenboek zou kunnen gebruiken op een CE Duits, is wanneer je een woord opzoekt in het D-NL woordenboek, het daarin niet staat, je vermoedt dat het Nederlands woord x is en het dus the other way around opzoekt om te verifiëren, maar dat is dermate omslachtig dat ik me haast niet kan voorstellen dat iemand dat ook daadwerkelijk zou doen.
BeantwoordenVerwijderen